Drie van mijn zelfportretten werden onlangs genomineerd bij de 12th International Color Awards en wel ‘Doing the laundry’ in de categorie Fine Art, ‘Libertad’ in de categorie Nude en ‘Fishy’ heel verrassend in de categorie Abstract. Ik had ‘Fishy’ ingediend bij de categorie Portret, maar de organisatie vond hoofd-met-vis-in-zak blijkbaar abstract. Een vierde inzending heeft niets gemaakt, terwijl ik die foto steengoed vind. Een Griekse kunstverzamelaar ook, want die heeft hem onlangs aan zijn collectie toegevoegd en een eerste exemplaar ervan zit al jarenlang in de bedrijfscollectie van A.S.R.-verzekeringen.

Ik houd niet van wedstrijden. Waarom doe ik dan mee? Ik hoop op PR en bijgevolg naamsbekendheid, want die heb je als kunstenaar nodig om werk te kunnen verkopen. Een wedstrijd is een soort van etalage. En ook omdat mensen soms ervan overtuigd willen worden dat iets kunst is alvorens ze tot aankoop overgaan. Een opleiding wil wel eens helpen. Als je zegt dat je de kunstacademie hebt gedaan, denken ze vaak dat je een ‘echte’ kunstenaar bent, terwijl dat niet zo hoeft te zijn. Als je een fotovakopleiding hebt afgerond, wordt verondersteld dat je een ‘echte’ fotograaf bent en dat hoeft evenmin zo te zijn. Als je prijzen wint, dan krijgt jouw werk erkenning en is men eerder geneigd te denken dat aankoop ervan wel een verantwoorde investering in kunst zal zijn. Er komt behoorlijk wat psychologie bij kijken.

Ik ontbeer elke opleiding op kunst- dan wel fotografiegebied. Een extra reden dus om incidenteel aan een wedstrijd mee te doen. Ik weet dat talent van binnen zit. Dit kun je niet leren. Je kunt op een opleiding wel technieken leren om je creativiteit om te zetten in iets tastbaars. Als je gedreven bent en over doorzettingsvermogen beschikt, kun je een heleboel leren door goed te kijken naar wat ontstaat als je iets maakt. Zelfs zonder opleiding.

De uitslag van een fotografiewedstrijd houdt voor mij zelden of nooit een waardeoordeel in, want ik ben ervan overtuigd dat objectief waarnemen onmogelijk is. Als ik win, voel ik me desondanks anders dan wanneer ik verlies. Daar ben ik heel eerlijk in.

Volgens promovenda Maartje de Jong van de Universiteit Utrecht is het onmogelijk om een objectief beeld van de werkelijkheid te vormen. Ze kwam onder meer tot die conclusie door metingen te verrichten via elektrodes binnen in de schedel van mensen. In sensorische hersengebieden wordt nieuwe informatie van je ogen namelijk verwerkt, en meteen gecombineerd met bestaande informatie. “Tijdens dit proces is er veel rivaliteit tussen hersencellen. Welke cellen winnen, hangt af van wat je ogen registreren, maar ook van informatie die al in je brein zit. Die combinatie bepaalt uiteindelijk jouw perceptie”, aldus De Jong. In de sensorische gebieden waar verwerkt wordt wat je ziet, is een constant gevecht gaande tussen hersencellen. En ze maken zonder inmenging van andere hersengebieden uit welke interpretatie als winnaar uit de bus komt. Wat je waarneemt is dus nooit 1-op-1 wat je ogen je vertellen. (Bron: Proefschrift Maartje de Jong: Neural mechanisms underlying temporal modulation of visual perception.)

Dit is een technische uitleg. Kunst heeft bovendien alles met gevoel te maken. Er wordt niet voor niets gezegd ‘schoonheid is in het oog van toeschouwer’. Aan dat oog zijn hersenen, geheugen, ervaring, gevoel, remmingen, levenswijsheid enzovoorts gekoppeld. In mijn beleving bestaat er geen objectieve jury. Als we naar iets kijken en dit beoordelen, speelt ons verleden mee. Per dag, per gemoedsstemming, kan een oordeel verschillen.

Ik ben dankbaar voor elke nominatie en prijs die ik ontving. Ooit zijn mijn werk en ik daardoor voor het eerst in de krant verschenen (nog steeds veel dank aan Peter Janssen DDL). Dit had een sneeuwbaleffect waaruit veel goeds is voortgekomen. Maar nominaties en prijzen vertellen me doorgaans niet of iets goed of slecht is. Ik vond ooit een songfestivalliedje erg goed en het kreeg niet één stem. Ik bleef het desondanks een top-lied vinden.

Bedenk dat wedstrijdorganisaties vaak de grote winnaars zijn. Bijna elke deelname kost geld. Een etaleur moet je echter ook betalen, vandaar dat ik er zo nu en dan in investeer.

Luister naar je buikgevoel als je naar kunst kijkt. Oordeel zelf. Anderen hoeven je niet te vertellen of iets goed is, want een werk moet je raken. Dan weet je genoeg. Dat is de kunst.

\